Een reeks recente drone-aanvallen door Oekraïne op Russische militaire installaties heeft aanzienlijke schade en verstoring veroorzaakt voor de operaties van Moskou. De laatste aanval richtte zich op een magazijn in Krasnodar, Rusland, waar naar verluidt door Iran gemaakte drones werden opgeslagen. De aanval resulteerde in explosies en secundaire detonaties, wat wijst op nauwkeurige treffers op het doelwit.
Als reactie heeft Moskou bevolen dat autoriteiten in door Rusland bezette Oekraïense gebieden onderzoek doen naar het gebruik van in beslag genomen fabrieken voor de productie van kamikazedrones. Deze drones, bedoeld voor snellere levering, zouden worden opgeslagen in stedelijke gebieden, waardoor de veiligheid van burgers in gevaar komt. Het Centrum voor Nationaal Verzet in Kiev heeft bezorgdheid geuit over deze strategie en gewaarschuwd dat de lokale bevolking niet als menselijk schild mag worden gebruikt.
De agressieve drone-aanvallen van Oekraïne hebben zich gericht op belangrijke Russische militaire en energie-infrastructuur in de afgelopen weken. Aanvallen op de militaire vliegbasis Khanskaya en het 67e Arsenaal in de Oblast Bryansk hebben aanzienlijke schade veroorzaakt, waarbij brandstofdepots en artilleriewapens werden vernietigd. Deze aanvallen vertegenwoordigen de inspanningen van Oekraïne om de militaire activiteiten van Moskou te dwarsbomen.
Opvallend is dat de veiligheidsdiensten van Oekraïne recentelijk de verantwoordelijkheid hebben opgeëist voor drone-aanvallen op militaire vliegbases in Rusland, waaronder de vliegbasis Borisoglebsk. Deze voortdurende aanvallen illustreren de vastberadenheid van Kiev om de Russische militaire operaties te verstoren en zijn soevereiniteit te verdedigen.